CURAÇAO – Alle aanwezigen waren het er vrijdag over eens. De huldiging van het Nederlandse honkbalteam hoorde thuis in Haarlem. Zo’n 2000 mensen kwamen naar de Grote Markt om de wereldkampioenen te bejubelen. De selectie genoot er ook ruim 3,5 week na het toernooi nog zichtbaar van.

Een aanzienlijk deel van de spelers woont in het buitenland en wilde eerst naar het thuisfront voordat de festiviteiten in Nederland konden plaatsvinden. Er waren meerdere steden in de race om het onthaal te organiseren. Utrecht en Den Haag vielen echter af. Het werd Haarlem, bekend van de Honkbalweek en de plek waar de sport gegroeid is.

Toeschouwers
“Het hoort hier gewoon thuis”, zei pitcher Rob Cordemans, belangrijk bij de gewonnen finale tegen Cuba. Het was te zien aan de fans die naar het centrum van Haarlem kwamen. Langs de route van de rondvaartboot en op de Grote Markt stonden veel kinderen in honkbaloutfit. De oudere toeschouwers waren getooid met een karakteristieke honkbalpet.

Lintjes
Ook de spelers waren getrakteerd op een oranje hoofddeksel om herkenbaar door de hoofdstad van Noord-Holland te lopen. In het Teylers Museum werden ze ontvangen door de Haarlemse burgemeester Bernt Schneiders en Edith Schippers. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deelde tot verbazing van het team lintjes uit.

Gejuich
Coach Brian Farley, aanvoerder Sidney de Jong en technisch directeur Robert Eenhoorn werden benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De rest van de spelers mag rekenen op een koninklijke onderscheiding in hun eigen gemeente. Het leidde in de normaal zo rustige museumzaal tot luid gejuich bij de mannen van Farley.

Dolgelukkig
De sfeer in het team is na het succes in Panama geweldig. Ook de spelers uit Curaçao, eerder al gehuldigd in het thuisland, waren dolgelukkig met het feestje. Op de boot werden grote sigaren gerookt en op het podium spoot de champagne in het rond. Volgende week gaat de focus weer op honkbal. Donderdag komt Oranje voor het eerst bijeen om te beginnen aan de krachttraining.