CURAÇAO – Sporters met het zweet nog op hun voorhoofd. We trekken ze van het sportveld, de dansvloer, de fiets, uit de sportschool of het water. Dit keer zien we Jerico en Jaír Bakhuis een balletje trappen bij C.V.V Willemstad, maar ze spelen vooral veel badminton. Jaír is nationaal kampioen.
Wat doe je hier?
“Ik ben aan het voetballen met mijn broertje, Jerico. Dat doen we elke week wel een paar keer. Soms met een groepje, soms met zijn tweeën. Dit doen we voor de lol, maar met badminton zijn we serieuzer. We spelen bij badmintonclub Cadushi in Emmastad. Op maandag en woensdag trainen we, de rest van de tijd kunnen we hier een balletje trappen.”
Hoe ben je in de sport terechtgekomen?
“Mijn broertje deed het al toen hij negen jaar was. En onze vader speelt ook, die traint nu nog mee. Ik heb de sport eigenlijk pas echt leren kennen toen ik in Nederland was, daar is de sport toch populairder. In Curaçao zijn we met zijn drieën bij Cadushi gaan spelen. Het zit dus in de familie.”
Wat is je ultieme sportmoment?
“Dat was toen ik het Kerstbouten toernooi won. Met Cadushi spelen we een stuk of drie toernooien per jaar en het Kerstbouten toernooi is de afsluiting van het jaar. Ik heb het toernooi gewonnen toen ik zestien was. Toen was ik kampioen van Curaçao, in de hoogste klasse. Dat was echt mooi.”
Wie is je grote voorbeeld in de sport?
“Die heb ik niet echt. Elke sporter die het goed doet, vind ik de moeite waard om naar te kijken. Ik houd wel meer van individuele sporters dan van teamsporters. Een individuele sporter doet het zelf goed of fout en is dus zelf verantwoordelijk voor zijn resultaat. Zij kunnen niks op het team afschuiven.”
Wat is je ultieme doel?
“In het buitenland spelen. En dat gaat al snel gebeuren. Van 17 tot en met 23 juli doen ik mee aan een groot toernooi in Venezuela, waar alle landen van het Caribisch gebied aan meedoen. Daarna ga ik nog toernooien spelen in Nederland. Maar hier voetballen met mijn broertje wil ik ook zo veel mogelijk blijven doen.”