CURAÇAO – De metamorfose van Bonaire, St. Eustatius en Saba tot nieuwe Nederlandse bijzondere gemeenten is staatsrechtelijk en democratisch gezien uiterst curieus verlopen. Dit stelt professor Peter Kavelaars, hoogleraar Fiscale Economie in de Erasmus School of Economics.
Dit meldt Kavelaars in zijn artikel `Caribisch Nederland: een fiscaal gedrocht?’. Sinds oktober 2010 zijn de Nederlandse Antillen als zodanig opgeheven. Bonaire, St. Eustatius en Saba; de BES-eilanden, zijn bijzondere gemeenten van Nederland geworden. Voor deze laatste eilanden geldt dat nieuwe BES-wetgeving voor hen van toepassing wordt.
Wetgeving
Kavelaars hekelt de manier waarop deze wetgeving tot stand is gekomen. Zo is deze herzien via het Nederlandse parlementaire proces waarin de inwoners van de BES niet zijn vertegenwoordigd. De BES-wetgeving is daarmee geheel door Nederland ontworpen, maar alleen op de eilanden van kracht.
Fiscaal kolonialisme
Naast de implementatie beschrijft Kavelaars in zijn artikel ook enkele inhoudelijke eigenaardigheden van de nieuwe wetten voor de bijzondere gemeenten. Zo kennen de eilanden nu een vlaktaks van 30,4 procent. Daarnaast ontbreekt een winstbelasting voor rechtspersonen: dit is een manier om investeerders te lokken, maar het kan bestaande ondernemingen wegdrukken én het is moeilijker om belastingverdragen te sluiten met andere landen. “Zijn de eilanden hierbij gebaat of is er sprake van modern fiscaal kolonialisme?”, vraagt Kavelaars zich af.