CURAÇAO – De mediawetgeving op het eiland ‘ademt de sfeer van censuur’. Dat vindt de Nederlandse minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van Bijsterveld vreest dat de huidige regelgeving in strijd is met de Nederlandse Grondwet, meldt Antilliaans Dagblad.
Commerciële omroepen moeten wekelijks hun programma aan een hiervoor door de overheid ingestelde commissie bekend maken. Niet alleen de aanduiding van de programma’s wordt bekend gemaakt, ook de inhoud, evenals de aanwezige personen. “Deze bepalingen leveren een spanning op met het grondwettelijke verbod op toezicht vooraf op de inhoud van radio- en televisieuitzendingen”, aldus de Nederlandse minister.
Censuur
Van Bijsterveldt vervolgt: “Artikel 13 van de Mediawet BES geeft aan dat de minister van Justitie de bevoegdheid heeft om in bepaalde situaties programma’s te staken. Ook deze bepaling verhoudt zich slecht met het verbod op toezicht vooraf en ademt de sfeer van censuur.”
Maximaal beschermd
De wetgeving geldt op Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Van Bijsterveldt wil deze bepalingen vervangen door de regel dat toezicht voortaan alleen achteraf mogelijk is. In Nederland zijn de media maximaal wettelijk beschermd tegen beïnvloeding door de overheid.
In de laatste alinea wordt aangegeven dat de mediawet BES geldt op Curaçao, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Dit klopt niet, zoals alle BES-wetten geldt de mediawet uitsluitend op Bonaire, Saba en St. Eustatius.
Dat kan toch niet, wat moeten de vetbetaalde ambtenaren in die commissie dan gaan doen en waar moeten ze hun dikke jacht dan van betalen ? Ze zijn nergens anders voor opgeleid. De beste oplossing zal wel zijn om Nederland de schuld te geven en te beschuldigen van censuur van de wetten hier.