CURAÇAO – De Colombiaanse regering heeft gisteren wraak gezworen voor de FARC-aanvallen die zaterdag negentien militairen het leven kostten. Het geweld is de grootste klap voor het vredesoverleg tussen de rebellenbeweging en de regering sinds dat in november begon.
President Juan Manuel Santos bezocht gisteren de deelstaat Arauca, aan de grens met Venezuela. FARC-strijders verrasten daar zaterdag, de dag dat Colombia zijn onafhankelijkheid viert, vijftien manschappen van een legerbataljon dat er olie-installaties bewaakte en doodde hen. Nog eens vier militairen sneuvelden diezelfde dag in de stad Doncello, in de zuidelijke deelstaat Caqueta. In die streek is de FARC van oudsher machtig.
Gevechtskracht
Op bezoek in Arauca gaf Santos de legerstaf opdracht ‘het hele oorlogsapparaat’ tegen de FARC in te zetten. ”We hebben niet alleen onze hand uitgestoken en voeren overleg, we hebben ook een grote knuppel. We beschikken over beslissende gevechtskracht en zullen die gebruiken.”
Onderhandelingen
De regering-Santos en de rebellen onderhandelen in Havana over een oplossing voor het slepende conflict. Beide partijen beweren dat ze er over een van hun belangrijkste meningsverschillen, de herverdeling van land, al uit zijn. Maar in diezelfde adem waarschuwen ze dat die overeenstemming loos is zolang niet over alle zes de gespreksonderwerpen overeenstemming is.
© Novum
Waarom amnestie voor moordenaars?
Het leger heeft sinds de onderhandelingen in Havana begonnen geen wapenstilstand in acht genomen. De FARC wèl, gedurende twee maanden. De klacht van president Santos is dus niet terecht.
Het belangrijkste onderwerp zijn de strafprocessen die tegen de leiders van de guerrilla lopen. Zo lang geen amnestie in het vooruitzicht wordt gesteld, zullen de onderhandelingen nergens toe leiden.