CURAÇAO – OCAN, Surinaams Inspraak Orgaan (SIO), platform voor Molukkers (BUAT) en 4/5 Meicomité Amsterdam Zuidoost legden namens de Antilliaanse, Surinaamse, Molukse en Indische rijksgenoten vandaag een krans bij de Erebegraafplaats in Loenen. Job Cohen was hoofdspreker, meldt OCAN.
Namens OCAN waren onder meer Glenn Helberg en de Curaçaose sergeant-majoor Elvis Manuela aanwezig. De geboren Curaçaoenaar Stephanus Thode (1889 – 1942) ligt begraven op Ereveld Loenen. Hij kreeg een ongeluk op een koopvaardijschip en bezweek aan zijn verwondingen in een ziekenhuis in Colón, Panama. Zijn grafnummer is A 687.
Boy Ecury
52 Curaçaose slachtoffers die erkend zijn door stichting Oorlogsgraven (OGS) kwamen om in verschillende delen van de wereld, zoals Edgar Alvares Corea in Auschwitz, Petrus Anastasia in Osaka (Japan), Jan Frederik Haayen in de Zuid-Chinese Zee, George Maduro in Dachau, Arturo Elizabeth in Palembang en Gabriel Manuela in de Atlantische oceaan. Charles Debrot was nog maar net twintig jaar toen hij sneuvelde bij Loosduinen. In het slachtofferregister van OGS treffen we zeven Arubaanse gesneuvelden, onder wie Elias Laclé, Jacob Rasmijn en Boy Ecury.
Slachtoffers andere eilanden
Op 16 februari 1942 kwamen onder meer de Sabanen James Cornet, John Dembrooke en de Statiaan William Rosaria om het leven bij een beschieting van een Duitse U-boot op de Britse Lago tanker s.s. Pedernales. Twee minuten later werd het vuur geopend op een andere tanker, waarbij vijf Bonairianen het leven lieten, onder meer Luis Emerenciana, Juan Domingo Goeloe en Alberto Pieter, alsmede vier Sabanen en één Curaçaoënaar. Zij allen kregen een zeemansgraf.
Tankers
Diezelfde dag worden nog twee tankers beschoten door Duitse U-boten, waarbij onder meer drie Sabanen, één Statiaan en vijf Bonairianen, onder wie Oliveiro Martijn, John Dunlock en James Clarence van Putten. In het slachtofferregister van OGS staan twee Sint-Maartenaren vermeld: Esau Laveist (1942) en George Richardson (1944). Beide kregen een zeemansgraf in de Caribische zee.
Erkend
De meeste Antilliaanse gesneuvelden zijn volgens OCAN erkend door de OGS en er liggen er meer dan twintig op verschillende erevelden van de OGS. Sommige zijn niet erkend, zoals de slachtoffers van de s.s. Simon Bolivar. Dat komt, omdat ze in november 1939 omkwamen en de OGS gaat uit van het begin van de oorlog op 10 mei 1940. Deze categorie is aldus weliswaar officieel Antilliaans oorlogsslachtoffer, maar niet erkend door de OGS. Op de Militaire Begraafplaats in Willemstad liggen acht graven van de OGS. Deze zijn allemaal erkend.