CURAÇAO – De Gevolmachtigde Minister Sheldry Osepa legde namens de Regering van Curaçao een krans bij de nationale viering en herdenking van de afschaffing van slavernij. De herdenking werd voor de tiende keer georganiseerd door het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee).
Evenals voorgaande jaren vond de herdenking plaats in het Oosterpark te Amsterdam-Oost rondom het nationaal slavernijmonument. De herdenking werd tevens bijgewoond door onder andere de Gevolmachtigde Ministers Edwin Abath (Aruba) en Matthias Voges (Sint Maarten). Ook de nieuwe consul-generaal van Suriname, Roy Lieuw A Sie, en de Surinaamse belangenorganisatie SIO waren aanwezig.
Kranslegging
Om 13.00 uur opende Noraly Beyer de herdenking. Vervolgens bracht Marian Markelo een plengoffer. Namens de Nederlandse regering was dit jaar niemand aanwezig. Vorig jaar voerde demissionair minister voor Jeugd en Gezin & OCW André Rouvoet nog het woord. Namens de Staten-Generaal deed dit jaar voorzitter Gerdi Verbeet zijn zegje, gevolgd door waarnemend Burgemeester van Amsterdam Andrée van Es en Eddy Campbell, voorzitter van het NiNsee. Na de gebruikelijke kransleggingen sloot een gospelkoor de herdenking af. Hierna vond de opening van het Keti Koti festival plaats dat nog de hele dag en avond doorging met veel dans en muziek.
Afschaffing slavernij
Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft in de toenmalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. Daarmee kwam een einde aan een periode van ruim 200 jaar slavernij in die kolonies. De stad Amsterdam, historisch verbonden met de transatlantische slavenhandel, geeft samen met het NiNsee de aanzet om de herdenking van het gruwelijke slavernijverleden en de viering van de afschaffing van de slavernij een brede en nationale basis te geven. Met een jaarlijks terugkerende Nationale herdenking en het Keti Koti Festival op 1 juli staat het Koninkrijk der Nederlanden stil bij het verleden en kijkt vooruit naar de toekomst; men viert vrijheid, gelijkheid en verbondenheid.